Martijn’s mooiste bodedag
Rossum - Een stropdas, een donkerblauwe trui, een pennenset, een mok, alle voorzien van het logo van de Tweede Kamer der Staten Generaal, zijn de tastbare herinneringen van Martijn Stoof (12) voor een dagje als bode voor de Tweede Kamer. Ook heeft hij een infopakket meegekregen voor de leerlingen van zijn groep 8 op OBS De Bogerd. Natuurlijk zijn deze attributen niet te vergelijken bij zijn herinneringen aan wat hij als de ‘mooiste dag van zijn leven’ beschouwt. Wie immers kan zeggen dat hij Gerrit Zalm heeft ontmoet, de hand heeft geschud van Wouter Bos, op de foto mocht met Erica Terpstra, een handtekening en foto heeft gekregen van Tweede Kamervoorzitter Frans Weisglas? Martijn wèl en hij is er dan ook best trots op. "Anouschka van Miltenburg (pas gekozen Tweede kamerlid uit Zaltbommel) heeft zelfs beloofd een keertje naar De Bogerd te komen om iets over haar werk als Kamerlid te vertellen", vertelt hij glimmend van trots.
Martijn blijft er nuchter onder. Toen een artikel over zijn kerstwens: een dagje werken als bode op het gemeentehuis, ook in De Telegraaf was verschenen werd hij prompt uitgenodigd door Tweede Kamerbode Bert van Leeuwen om ook een dagje op te treden als bode in de Tweede Kamer. Woensdag 26 maart was het zover. Samen met zijn vader Thijs en gemeentebode Theo van Pinxteren (en Mark van het Brabants Dagblad) reisde Martijn naar het Binnenhof in Den Haag. Hij had zich degelijk voorbereid en een vragenlijstje opgesteld over het bodezijn in de Tweede Kamer. Het gezelschap werd opgevangen door hoofdbode Arnold Treure en Martijn en Theo werden eerst rondgeleid in de Eerste Kamer. Maar alléén Martijn mocht mee naar de vergaderzaal, de mooiste kamer met veel bladgoud, vond hij. Premier Balkenende zat in de kamer ernaast en hij moest stil zijn want er werd vergaderd. Thijs bleef rondhangen op het binnenhof, waar volgens hem een gespannen sfeer hing vanwege de oorlog in Irak. Na de lunch moest Martijn voor de vergadering (het wekelijkse vragenuurtje op woensdag) het water klaarzetten en zorgen dat de Kamerleden de presentielijst tekenden. Daarna mocht hij plaatsnemen in de ereloge van de Tweede Kamer. Hij zag hoe ministers en kamerleden onderling communiceerden met briefjes die door de bodes naar de voorzitter Frans Weisglas werden gebracht. Daarbij was ook een briefje van Erica Terpstra, die vroeg: "Wie is toch die jongen..?"
Martijn weet nu alles wat hij wilde weten over het bodezijn. In de Tweede Kamer werken 22 bodes, 4 dagen in de week en 10 uur per dag. Ze praten met ministers over de gewone dingen van alledag, bijvoorbeeld voetbal, maar praten met de koningin mag niet. Er is geen opleiding voor bode maar je moet wel een MAVO-diploma hebben. "De bodes zeggen wel eens dat je bodelogie kan studeren in Bodegraven, maar dat is een grapje. Het leukste aan bode zijn vinden de meesten, dat ze veel bekende mensen ontmoeten. Natuurlijk gebeuren er ook wel eens gekke dingen, maar ze hebben ook beroepsgeheim," weet Martijn. Al met al weet hij nu zeker wat hij wil worden. Minister? "Nee hoor, dat vroeg Weisglas ook al. Maar ik wil liever bode worden, zodat ik iets voor mensen kan doen." Aldus Martijn.